LEZEN online-EDITIE vakblad Asbestmagazine

Lees hier de online-editie van vakblad Asbestmagazine

Zoeken

U kunt ons ook volgen via:

  • Twitter
  • Facebook
  • LinkedIn

Minister beantwoordt vragen asbestzaak V

Minister beantwoordt vragen asbestzaak V

Op 13 maart 2008 werd een filiaal van het V&D warenhuis in Hoorn op last van de Arbeidsinspectie gesloten, omdat er asbest aanwezig was in plafondplaten. In de media is er veel aandacht besteed aan deze zaak en uiteindelijk heeft de rechter begin dit jaar uitspraak gedaan en V&D vrijgesproken.


Remi Poppe (SP) vond deze zaak voldoende gewicht hebben om hierover vragen te stellen aan de minister. De vragen zijn door Poppe op 28 januari 2010 gesteld en onlangs door de minister beantwoord. Asbest en Bouw heeft hieronder de vragen en antwoorden integraal weergegeven.


Geachte Voorzitter,

Mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Justitie bied ik u de antwoorden aan op de Kamervragen van het lid Poppe (SP) aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de met asbest vervuilde V&D in Hoorn (kenmerk 2010Z01736), ingezonden 28 januari 2010.


Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat de directie van Vroom & Dreesmann (V&D) uiterst laakbaar heeft gehandeld door haar met asbest vervuilde vestiging in Hoorn langer dan nodig open te houden?
Antwoord
Het is ernstig als een bedrijf haar verantwoordelijkheid voor de veiligheid van haar werknemers en bezoekend publiek niet serieus neemt.

Vraag 2
Is het waar dat:
- de asbestvervuiling al sinds de jaren '90 bekend is?
- er in 2003 al door een asbestverwerkingsbedrijf is geconstateerd dat er sprake is van een hoog gezondheidsrisico?
- begin 2008 de vervuiling was toegenomen tot het niveau dat sanering dringend noodzakelijk is?
Antwoord
Uit informatie van de Arbeidsinspectie blijkt dat V&D sinds 1994 op de hoogte was van de aanwezigheid van het asbest in het plafond. Volgens informatie van het Openbaar Ministerie is in 2003 in opdracht van V&D een asbestinventarisatie opgemaakt. Een deel van het plafond kreeg toen de waardering "matig gezondheidsrisico". In november 2007 heeft V&D een risico-inventarisatie uitgevoerd, waaruit bleek dat onmiddellijke actie noodzakelijk was.

Vraag 3
Hoe kan het dat het personeel van V&D pas in 2007 de opdracht kreeg om niet meer in het asbestplafond te boren? Door wie werd die opdracht gegeven?
Vraag 4
Hoe kan het dat de Arbeidsinspectie, de VROM-inspectie en Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente Hoorn al die jaren niet hebben ingegrepen in deze situatie? Erkent u dat hier fouten zijn gemaakt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke fouten zijn er gemaakt en welke regels zijn niet of onvoldoende gehandhaafd?
Antwoord 3 en 4
De milieudienst Westfriesland nam in februari 2008 kennis van de situatie in het V&D-filiaal in het kader van een procedure voor een sloopvergunning. Hierop werd de Arbeidsinspectie ingeschakeld en werd de vestiging op last van deze inspectie gesloten. Voor zover kon worden nagegaan zijn er in de periode daarvoor geen verbouwingen geweest waarvoor een bouw- of sloopvergunning vereist was. De gemeente en de Arbeidsinspectie waren hierdoor niet eerder op de hoogte van de situatie. Zij zijn dan ook niet betrokken geweest bij een opdracht in 2007 over het boren in het plafond. Ik beschik niet over informatie inzake deze opdracht.

Vraag 5
Kent u het regeringsvoornemen uit 2000 om een asbestinventarisatieplicht in te voeren , en de latere beslissing om dit niet in te voeren?
Acht u het gezien o.a. het onderhavige asbestschandaal niet een dom besluit om niet tot een asbestinventarisatieplicht over te gaan? Zo ja, bent u bereid alsnog een asbestinventarisatieplicht te overwegen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Zoals vermeld in het antwoord op vraag 2 heeft in 2003 in opdracht van V&D een asbestinventarisatie plaatsgevonden. Het voornemen van het toenmalige kabinet zou in dit geval geen verschil hebben gemaakt, en ik zie in deze casus dan ook geen aanleiding om een asbestinventarisatieplicht opnieuw te overwegen.

Vraag 6
Wordt al het personeel dat sinds de jaren '90 willens en wetens van de directie van V&D in een asbestbesmette omgeving heeft moeten werken hierover geïnformeerd? Wordt met de directie van V&D een schaderegeling getroffen mochten personeelsleden een asbestgerelateerde kanker krijgen? Zo nee, waarom niet en hoe wordt dan op menswaardige manier met het blootgestelde personeel omgegaan?
Antwoord
Deze vragen betreffen een zaak tussen het bedrijf en betrokken werknemers waarbij de overheid geen partij is. Ik beschik niet over informatie om deze vragen te beantwoorden.

Vraag 7
Hoeveel klanten hebben, gezien de ernst van de vele jaren durende asbestbesmetting, het risico van een asbestbesmetting gelopen?
Antwoord
Het is moeilijk te zeggen in hoeverre klanten door incidentele blootstelling aan asbestvezels risico lopen om ziek te worden. De vraag of er in dit geval sprake was van gevaar voor de gezondheid van het winkelend publiek maakt onderdeel uit van de lopende strafzaak tegen V&D.

Vraag 8
Bent u bereid alle vestigingen van V&D die zijn gebouwd vóór 1994 te laten onderzoeken op aanwezigheid van asbest en V&D te verplichten per direct alle asbest uit deze vestigingen te laten verwijderen? Zo nee, waarom niet en hoe garandeert u dan de veiligheid van personeel en klanten?
Antwoord
Onder meer naar aanleiding van het strafrechtelijk onderzoek bij de V&D-vestiging Hoorn heeft de V&D-directie besloten een extern adviesbureau in te huren dat de opdracht heeft gekregen een inventarisatie van het asbest in alle daarvoor in aanmerking komende V&D panden te maken.

Vraag 9
Hoe gaat u de controle en handhaving op naleving van asbestregels door deze zeer laakbare directie aanscherpen?
Antwoord
De handhaving in dit geval ligt in eerste instantie bij de gemeente Hoorn. Aanvullend is door de Arbeidsinspectie een signaal over het asbestincident bij de V&D-vestiging in Hoorn uitgegaan naar alle inspectieteams in het land. Voor het overige verwijs ik naar de brief die ik op 11 februari jl aan uw Kamer heb gestuurd (TK 25 834, TK 22 343, nr. 51) en de toelichting die mijn ambtsvoorganger in het AO Asbest d.d. 18 februari jl. heeft gegeven.

Vraag 10
Bent u bereid om de beantwoording van deze vragen vóór 18 februari 2010 aan de kamer te zenden i.v.m. het komende algemeen overleg? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Dit is helaas niet gelukt.


Hoogachtend,
de minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J.C. Huizinga-Heringa

donderdag 20 mei 2010  |  0 reactiespermalink

Reactie plaatsen

Bevestigingscode