LEZEN online-EDITIE vakblad Asbestmagazine

Lees hier de online-editie van vakblad Asbestmagazine

Zoeken

U kunt ons ook volgen via:

  • Twitter
  • Facebook
  • LinkedIn

Verjaringsproblematiek bij asbestslachtoffers

Verjaringsproblematiek bij asbestslachtoffers

Veel asbestslachtoffers lopen tegen de verjaring van hun vordering tot schadevergoeding aan. Dit maakt toch al schrijnende kwesties nog tragischer.

In de uitzending van EenVandaag ‘Verjaring bij asbestkanker eindelijk op de schop?’ kwam ook advocaat Joyce Matthijssen, advocaat asbestslachtoffers, aan het woord. Zij vertegenwoordigt op dit moment al 75 asbestslachtoffers of hun nabestaanden en vecht voor hen de verjaringstermijn aan bij de rechtbank.
Asbestmagazine heeft Joyce Matthijssen uitgenodigd om voor onze lezers deze verjaringsproblematiek verder te duiden. Zoals: ‘Waarom is er op voorhand niet altijd een goede inschatting van de haalbaarheid van de schadeclaim te geven en is het starten van een procedure om een schadevergoeding te verkrijgen risicovol’ en ‘Waarom het door de minister voorgestelde convenant als oplossing onvoldoende zekerheid biedt’.

Door: Joyce Matthijssen

Aansprakelijk stellen
De verjaringsproblematiek speelt vooral een rol bij asbestslachtoffers waarbij de ziekte maligne mesothelioom wordt geconstateerd. Mesothelioom, ook wel borstvlieskanker of asbestkanker, heeft een incubatietijd van 20 tot 50 jaar (in sommige gevallen zelfs langer) en ontstaat door blootstelling aan asbestvezels. Ruim een kwart van de asbestslachtoffers met mesothelioom overlijdt binnen drie maanden na de diagnose. Tweederde van de slachtoffers binnen een jaar.
Na het stellen van de diagnose kan het asbestslachtoffer degene die verantwoordelijk is voor de blootstelling aan asbest aansprakelijk stellen voor de schade die wordt geleden ten gevolge van de asbestziekte. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan een oud-werkgever of een producent van asbesthoudende producten.

Twee verjaringstermijnen
Bij deze aansprakelijkstelling krijgt het asbestslachtoffer met twee verjaringstermijnen te maken. De eerste betreft de relatieve verjaringstermijn. Deze verjaringstermijn bedraagt vijf jaar en begint te lopen vanaf het moment dat het asbestslachtoffer op de hoogte is van zowel zijn schade als met de daarvoor aansprakelijke partij. In de praktijk betekent dit dat er binnen vijf jaar na het stellen van de diagnose een aansprakelijkstelling verzonden moet worden aan de partij die verantwoordelijk is voor de blootstelling aan asbestvezels. Deze verjaringstermijn zorgt niet vaak voor problemen.
De tweede termijn betreft de absolute verjaringstermijn. Deze verjaringstermijn bedraagt 30 jaar en begint te lopen vanaf de laatste dag van de blootstelling aan asbestvezels. Het asbestslachtoffer moet dus in ieder geval binnen 30 jaar na het laatste moment van asbestblootstelling de daarvoor verantwoordelijke partij aansprakelijk stellen. Het is deze verjaringstermijn die voor problemen zorgt.

Absolute verjaring
Zoals hierboven is aangegeven, bedraagt de incubatietijd voor mesothelioom ongeveer 20 tot 50 jaar. Dit betekent dat een groot aantal slachtoffers pas 30 jaar ná de laatste blootstelling aan asbest bekend wordt met hun ziekte en de daaraan verbonden schade. Op dat moment is hun vordering verjaard, waardoor de verantwoordelijke partij de schade niet meer hoeft te vergoeden.
In veel gevallen doet de aansprakelijke partij ook daadwerkelijk een beroep op de absolute verjaring. Hiermee wordt meteen duidelijk dat deze partij niet van plan is om de schade van het asbestslachtoffer te vergoeden. Er wordt in dat geval nog niet eens inhoudelijk naar de zaak gekeken. Dit is vaak erg cru voor het asbestslachtoffer, omdat deze vaak vele jaren voor de aansprakelijke partij heeft gewerkt en uiteindelijk letterlijk zijn leven hiervoor geeft.

Verjaringstermijn onaanvaardbaar
Het is mogelijk om de absolute verjaringstermijn te doorbreken. De Hoge Raad heeft in de arresten Van Hese/De Schelde en Rouwhof/Eternit beslist dat een beroep op de verjaringstermijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn. Of hiervan sprake is hangt af van de omstandigheden van het geval en voor deze beoordeling heeft de Hoge Raad zeven gezichtspunten opgesteld. Vallen deze gezichtspunten uit in het voordeel van het asbestslachtoffer dan mag de aansprakelijke partij geen beroep doen op de verjaring en moet de schadeclaim van het slachtoffer inhoudelijk bekeken worden.

Procedure risicovol
Het probleem is echter dat de gezichtspunten in de rechtspraak heel verschillend uitgelegd worden. Hierdoor is er op voorhand niet altijd een goede inschatting van de haalbaarheid van de schadeclaim te geven en is het starten van een procedure om een schadevergoeding te verkrijgen risicovol.
Veel asbestslachtoffers durven deze juridische lijdensweg niet aan. Mochten ze al bereid zijn om een dergelijke procedure te starten, dan zullen zij wegens de slechte levensverwachting na de diagnose de uitkomst van een dergelijke procedure bijna nooit meemaken. Het voeren van een procedure is dan ook vaak een zware taak voor de nabestaanden.

Minister ziet oplossing
Onlangs heeft er een debat plaatsgevonden in de Tweede Kamer omtrent de rol van de overheid inzake asbestslachtoffers, waarbij ook de verjaringsproblematiek aan de orde is gekomen. Uit dit debat volgde dat vele politieke partijen de verjaringsproblematiek zorgwekkend vinden en om die reden bij de minister aandringen op een oplossing.
De minister ziet een oplossing voor dit het probleem in het opstellen van een convenant tussen diverse partijen, waarin deze partijen vrijwillig afzien van het beroep op de verjaring. Deze partijen betreffen de diverse organisaties die eveneens betrokken zijn bij het Instituut Asbestslachtoffers.

Convenant
Hoewel een convenant een stap in de goede richting is, is dit nog niet de oplossing.
De (juridische) binding aan het convenant, en dus de mate waarin de convenant-partners zich zullen houden aan de gemaakte afspraken, hangt volledig af van de wijze waarop de afspraken geformuleerd zijn en of het convenant maatregelen kent als een van de partijen zich niet aan de afspraken houdt. In een convenant moeten dus concrete, harde afspraken worden gemaakt en er zullen maatregelen, bijvoorbeeld een dwangsom, opgenomen moeten worden die voldoende gewicht in de schaal leggen om partijen te bewegen om de afspraken na te komen.
Een convenant is alleen bindend voor de partijen die betrokken zijn bij het convenant. Dit betekent dat er ook partijen zullen zijn die niet gebonden zijn aan het convenant, denk bijvoorbeeld aan een werkgever die niet is aangesloten bij een werkgeversorganisatie en/of geen verzekeraar heeft die dekking biedt voor schadeclaims. Zij zullen niet gebonden zijn aan het convenant, waardoor deze partijen alsnog een beroep kunnen doen op de verjaring van de schadeclaim van het asbestslachtoffer. Hierdoor kan een convenant voor rechtsongelijkheid zorgen tussen de asbestslachtoffers. Dit kan niet de bedoeling zijn.

Wetswijziging
Wat dan wel een oplossing is? Een wetswijziging. Een ieder heeft zich te houden aan de wet, waardoor vrijwillige intenties geen rol spelen. Natuurlijk, een wetswijziging is minder snel gerealiseerd dan een convenant, maar een wetswijziging zorgt wel voor gelijkheid tussen de asbestslachtoffers en biedt hen de mogelijkheid om hun schadeclaim bij de daarvoor aansprakelijke partij neer te leggen.

mr. Joyce Matthijssen

Uitzending EenVandaag: Verjaring bij asbestkanker eindelijk op de schop?

Contentis  |  vrijdag 25 augustus 2017  |  3 reactiespermalink

Reacties

Allereerst dank aan mevr. mr. J. Matthijssen. Ik hoop dat ondanks dit beeld dat eventueel toch geïnteresseerden om een juridische procedure binnen te stappen kán oproepen terughoudend te zijn, zich NIET bij voorbaat al verloren wanen. Mijn ervaring vóór mijn moeder (die de zaak betreffende mijn aan mesothelioom overleden vader van hem ná zijn overlijden is gaan 'trekken') is dat er echt VEEL tijd, moeite energie, bewijsvergaring maar vooral GEDULD nodig is. Mij komt voor dat de aansprakelijk te stellen partijen (..dat kunnen er in een aan asbest blootgesteld arbeidersbestaan zéker ook meerdere zijn namelijk !!) prima weten dat een asbestslachtoffer zélf in ieder geval (!) een letterlijk korte adem heeft. Die zal zélf de zaak kunnen laten voor wat 'ie zou kúnnen zijn (geworden..) op LANGE termijn. Een lange termijn hééft het slachtoffer NIET. Een nabestaande die dat al wél zou kúnnen en willen wil vaak (..als oudere vrouw vaak, of kinderen van de overledene) NIET de vele moeite, tijd, energie en het geduld opbrengen om de zaak TOT aan een eind te blijven trekken, dat wel 'ns heel ver in de tijd kan doorlopen. HIER wordt dus "vadertje tijd" ingezet. Tijd die kennelijk ook hier 'financiele mogelijk te ontstane wonden' bij voorbaat al lijkt te kunnen helen. Dat gaat dus niet altijd op, ik weet dat uit eigen ervaring. Dat beroepen op verjaring met daar nog bij de duur van een procedure HELPT de 'slachtoffer-partij' NOOIT ! Dat doet het echter wél bij een aansprakelijk gestelde partij. Niet zelden zijn dat GROTE partijen. D.w.z. bedrijven van weleer die nog een juridische aansprakelijkheid dragen dan wel een verzekeraar van hen. Over het zgn. "Equality of (juridical) Arms" is nog weinig gesteld. Dat doe ik dan hier maar. Tijd heeft een asbestslachtoffer NIET ! Een nabestaande 'moet' (kunnen) rouwen, ook die/zij heeft/hebben weinig tijd, immers; het gewone leven gaat door. En mind you, er gaat VEEL tijd mee heen om een asbestslachtofferproces op TWEE FRONTEN (nl. verwerking van het ziekteproces, overlijden, rouwverwerking + juridisch aanzwengelen en volgen van het vervolgen van de schadebrengende (!) partij..) te trekken én te dragen. Een ex-werkgever dan wel diens verzekeraar is op professionele (!) basis bedreven en zeer ruim in zijn tijd-jas zittende waar het gaat om ZIJN juridische slagkracht. DAAR wordt nauwelijks over gesproken..., maar is een element dat verzwarend hangt op óf het nog nét levende asbestslachtoffer maar vaak tegelijkertijd (en anders ná het overlijden) ook op de nabestaande(n). Nog DIT: Over een convenant en de daarin gemaakte afspraken. Een 'convenant' is meer een "lijstje verklaring van INTENTIES". Hoe HARD zijn intenties wanneer er klaarblijkelijk te vaak (!) redenen zijn om af te wijken ván die intenties, Daarnaast valt het (mij) al langere tijd op dat de samenstelling van de eenheid van de partijen die ooit tot een convenant kwamen uit 'bouwstenen' bestaat die niet geheel (..) zonder 'verbinding te hebben met belangen' tégen "genoegdoening" aan asbestslsachtoffers en/of nabestaanden van hen..)'. De asbestproblematiek is aan de kant van aansprakelijkheid en alles wat daaromheen hangt dan ook een reeds meerdere decennia maatschappelijk zwáár hangend onderwerp op de samenleving. Immers; het gaat om sociale-, volksgezondheid-, financiële-, economische-, juridische- en misschien nog wel wat meer (..) belangen. Is dat waarom ik ná de zaak (..voor zover deze al zou zijn afgelopen..) "Jasperse versus De Staat der Nederlanden" , waarin ik in een vonnis twee uitspraken ZWAAR pijnlijk, zo niet "het-zout-in-de-mentale-wonden-van-asbestslachtoffers" zou willen noemen. Namelijk werd daarin aangegeven dat "De Staat een grote (..) mate van beoordelings- en beleidsvrijheid toekomt". Zéér bijzonder, omdát de Staat het decennia achtereenvolgens klaarblijkelijk toe heeft gestaan om asbest te BLIJVEN gebruiken ofschoon al vóór WO II helder werd gesteld dat "Asbest op termijn tot dodelijke aandoeningen zou kunnen leiden". Waar is dan het beleid op gericht geweest waar het gaat om het veilig stellen van een belangrijk deel van de volksgezondheid? Immers; zo'n 1400 aan asbest te relateren doden per jaar anno 2017 (..en nog klimmende..) was dus voorzienbaar! En toch stond de overheid het blijven gebruiken van asbest toe... Ja. Hehe, in 1993 was dan het 'rempedaal' gevonden, maar de auto rolt nog wel.... Kortom: Wat MIJ (inderdaad, nabestaande van één van de tientallen duizenden (!) asbestslachtoffers) betreft kán asbest figuurlijk "in je kop" gaan zitten. Het IS dan ook een HOOFDZAAK !! Die vooralsnog wat de asbestslachtoffers wordt opgerekt tot voorbij hún dood en soms zelfs ook die van hun nog strijdende partner...Strijdend voor genoegdoening. Een uitgebreid en respectvol geuite spijtverklaring van De Staat.. Een staat waar wij wij óns als burgers kunnen herkennen qua rechtvaardig zijn. DAT wil ik hier graag toevoegen. Succes mevr. mr. J. Matthijsen

reactie door jan van zelm  |  vrijdag 1 september 2017 @ 12:52 uur

Allereerst dank aan mevr. mr. J. Matthijssen. Ik hoop dat ondanks dit beeld dat eventueel toch geïnteresseerden om een juridische procedure binnen te stappen kán oproepen terughoudend te zijn, zich NIET bij voorbaat al verloren wanen. Mijn ervaring vóór mijn moeder (die de zaak betreffende mijn aan mesothelioom overleden vader van hem ná zijn overlijden is gaan 'trekken') is dat er echt VEEL tijd, moeite energie, bewijsvergaring maar vooral GEDULD nodig is. Mij komt voor dat de aansprakelijk te stellen partijen (..dat kunnen er in een aan asbest blootgesteld arbeidersbestaan zéker ook meerdere zijn namelijk !!) prima weten dat een asbestslachtoffer zélf in ieder geval (!) een letterlijk korte adem heeft. Die zal zélf de zaak kunnen laten voor wat 'ie zou kúnnen zijn (geworden..) op LANGE termijn. Een lange termijn hééft het slachtoffer NIET. Een nabestaande die dat al wél zou kúnnen en willen wil vaak (..als oudere vrouw vaak, of kinderen van de overledene) NIET de vele moeite, tijd, energie en het geduld opbrengen om de zaak TOT aan een eind te blijven trekken, dat wel 'ns heel ver in de tijd kan doorlopen. HIER wordt dus "vadertje tijd" ingezet. Tijd die kennelijk ook hier 'financiele mogelijk te ontstane wonden' bij voorbaat al lijkt te kunnen helen. Dat gaat dus niet altijd op, ik weet dat uit eigen ervaring. Dat beroepen op verjaring met daar nog bij de duur van een procedure HELPT de 'slachtoffer-partij' NOOIT ! Dat doet het echter wél bij een aansprakelijk gestelde partij. Niet zelden zijn dat GROTE partijen. D.w.z. bedrijven van weleer die nog een juridische aansprakelijkheid dragen dan wel een verzekeraar van hen. Over het zgn. "Equality of (juridical) Arms" is nog weinig gesteld. Dat doe ik dan hier maar. Tijd heeft een asbestslachtoffer NIET ! Een nabestaande 'moet' (kunnen) rouwen, ook die/zij heeft/hebben weinig tijd, immers; het gewone leven gaat door. En mind you, er gaat VEEL tijd mee heen om een asbestslachtofferproces op TWEE FRONTEN (nl. verwerking van het ziekteproces, overlijden, rouwverwerking + juridisch aanzwengelen en volgen van het vervolgen van de schadebrengende (!) partij..) te trekken én te dragen. Een ex-werkgever dan wel diens verzekeraar is op professionele (!) basis bedreven en zeer ruim in zijn tijd-jas zittende waar het gaat om ZIJN juridische slagkracht. DAAR wordt nauwelijks over gesproken..., maar is een element dat verzwarend hangt op óf het nog nét levende asbestslachtoffer maar vaak tegelijkertijd (en anders ná het overlijden) ook op de nabestaande(n). Nog DIT: Over een convenant en de daarin gemaakte afspraken. Een 'convenant' is meer een "lijstje verklaring van INTENTIES". Hoe HARD zijn intenties wanneer er klaarblijkelijk te vaak (!) redenen zijn om af te wijken ván die intenties, Daarnaast valt het (mij) al langere tijd op dat de samenstelling van de eenheid van de partijen die ooit tot een convenant kwamen uit 'bouwstenen' bestaat die niet geheel (..) zonder 'verbinding te hebben met belangen' tégen "genoegdoening" aan asbestslsachtoffers en/of nabestaanden van hen..)'. De asbestproblematiek is aan de kant van aansprakelijkheid en alles wat daaromheen hangt dan ook een reeds meerdere decennia maatschappelijk zwáár hangend onderwerp op de samenleving. Immers; het gaat om sociale-, volksgezondheid-, financiële-, economische-, juridische- en misschien nog wel wat meer (..) belangen. Is dat waarom ik ná de zaak (..voor zover deze al zou zijn afgelopen..) "Jasperse versus De Staat der Nederlanden" , waarin ik in een vonnis twee uitspraken ZWAAR pijnlijk, zo niet "het-zout-in-de-mentale-wonden-van-asbestslachtoffers" zou willen noemen. Namelijk werd daarin aangegeven dat "De Staat een grote (..) mate van beoordelings- en beleidsvrijheid toekomt". Zéér bijzonder, omdát de Staat het decennia achtereenvolgens klaarblijkelijk toe heeft gestaan om asbest te BLIJVEN gebruiken ofschoon al vóór WO II helder werd gesteld dat "Asbest op termijn tot dodelijke aandoeningen zou kunnen leiden". Waar is dan het beleid op gericht geweest waar het gaat om het veilig stellen van een belangrijk deel van de volksgezondheid? Immers; zo'n 1400 aan asbest te relateren doden per jaar anno 2017 (..en nog klimmende..) was dus voorzienbaar! En toch stond de overheid het blijven gebruiken van asbest toe... Ja. Hehe, in 1993 was dan het 'rempedaal' gevonden, maar de auto rolt nog wel.... Kortom: Wat MIJ (inderdaad, nabestaande van één van de tientallen duizenden (!) asbestslachtoffers) betreft kán asbest figuurlijk "in je kop" gaan zitten. Het IS dan ook een HOOFDZAAK !! Die vooralsnog wat de asbestslachtoffers wordt opgerekt tot voorbij hún dood en soms zelfs ook die van hun nog strijdende partner...Strijdend voor genoegdoening. Een uitgebreid en respectvol geuite spijtverklaring van De Staat.. Een staat waar wij wij óns als burgers kunnen herkennen qua rechtvaardig zijn. DAT wil ik hier graag toevoegen. Succes mevr. mr. J. Matthijsen

reactie door jan van zelm  |  vrijdag 1 september 2017 @ 13:07 uur

''Het voeren van een procedure is dan ook vaak een zware taak voor de nabestaanden'' zegt mr j. Matthijssen. Dat is een van de vele redenen dat een advocaat tegen het slachtoffer moet zeggen dat vele asbest zaken stranden. Niet 'een snoepje voor houden'' en dan ineens afhaken. Vertel eens hoeveel asbest rechtszaken succes vol is afgerond? Praten als Brugman zijn advocaten bevlogen in om een asbestslachtoffer binnen te halen. Asbestwet kent een tunnelvisie, waar uitwegen met slangenkuilen zich bevinden om verantwoordelijkheid af te blijven schuiven. Een wet wijziging? Ik weet niet wat ik lees...De Overheid verzint steeds steeds haar wetten om verantwoordelijkheid af te wenden naar b.v werkgevers, maar daar gaat het hier allemaal om. Rijke werkgevers die worden ontzien en kleine werkgevers niet meer zijn te traceren. Dat houdt de advocaten kantoren levend en ondertussen waar het omgaat - de slachtoffers - zelfs niet meer het nakijken hebben, triest en gemeen. Asbestslachtoffers hebben geen rechtspraak, worden zelf niet erkent. Soms 'erkent' een Overheid 'schuld' om een slachtoffer geen proceskosten in rekening te brengen, maar ruchtbaarheid geven daaraan..., ssttt we praten daar niet over....

reactie door Romana Jasperse  |  maandag 23 oktober 2017 @ 20:17 uur

Reactie plaatsen

Bevestigingscode